Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jonas (divers)

betekenis & definitie

F. H.

C h., genaamd Henri, kunstschilder. * 1878 te Maastricht. J. was aanvankelijk huisschilder, kreeg les in kunstschilderen van den Maastrichtschen schilder Graafland, later leerling van de Amsterdamsche Academie.

Aanvankelijk Impressionist, later moderne vormgeving, met blonde kleur en bruinen. Pas sinds zijn 50e jaar ontwikkelde zich zijn talent zeer gelukkig, tot een ernstige ziekte hem trof.

Hij maakte landschap, portret en veel naakt. Verder houtsneden voor de luxe-uitgaven van Charles Nypels.

Ook veel religieus werk, waarvan vooral de fraaie kleurvensters in de kerk te Bleyerheide en die in de H. Hartkerk te Maastricht te noemen zijn.Lit.: studies vau Jan Engelman in „Tympanon” (uitg. Van Munster, Amsterdam), en in „Als het wintert” (Het Nederlandsche Boekhuis, 1935). Engelman.

2° Justus, eigenlijk Jodocus Koch genaamd, vertrouweling van Luther. * 5 Juni 1493 te Nordhausen, † 9 Oct. 1555 te Eisleben. Hij trad op als professor te Erfurt (1518) en te Wittenberg (1521) en herhaaldelijk als predikant. J. was een ijverig bevorderaar van het Protestantisme en stelde de kerkorde voor Halle op. Op wetenschappelijk gebied wijdde hij zich vooral aan vertalingen in het Duitsch, o.a. van de Loei van Melanchton, De servo arbitrio van Luther, de Apologie van de Augsburgsche Confessie. Hij vergezelde Luther naar den Rijksdag van Worms en was getuige van diens dood in Eisleben.

Uitg. van zijn brieven door G. Kawerau. — Lit. Biographie d. H. G. Hasse (1862); Th. Presser (1862); K. Meyer (1893). Wachters.

3° Pauwel, ➝ Jones (John Paul).

< >