Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Johann Tetzel

betekenis & definitie

Aflaatprediker. * Ca. 1465 te Pirna, ✝ 11 Aug. 1519 te Leipzig. Hij behaalde te Leipzig het baccalaureaat in de vrije kunsten en trad daar in 1489 in de Dominicaner Orde. Sinds 1503 predikte hij den aflaat eerst voor de Duitsche Orde in Lijfland, daarna voor den aartsbisschop van Mainz ten behoeve van den bouw van de St. Pieter.

Dit werd aanleiding tot Luther’s aflaatthesen van 1517. Dit optreden verzekerde T. een plaats in de historie, als een voorwerp van haat en laster voor Luther’s aanhangers, als een toonbeeld van godsdienstijver en geleerdheid voor diens tegenstanders. In waarheid was T. een kloosterling van middelmatige deugd, die wetenschappelijk goed uitgerust als aflaatprediker optrad. Jammer, dat hij te veel den koopman speelde en daardoor uit zucht naar financieel succes onjuiste meeningen van enkele afzonderlijke godgeleerden over de toepassing van den aflaat op de overledenen te sterk naar voren bracht.

Dit met nadruk wijzen op de, nooit door de Kerk aanvaarde, onfeilbare uitwerking van de aalmoes op de zielen in het vagevuur werd de aanleiding tot het op hem toegepaste spotvers : Wenn das Geld im Kasten klingt, die Seele aus dem Fegfeuer springt. Als een verdienste moet men het hem aanrekenen, dat hij de draagwijdte van Luther’s optreden als een der eersten doorzien heeft.Geschriften: 106 Thesen, door Wimpina samengesteld, als antwoord op die van Luther (1518) ; 50 Thesen ter weerlegging van Luther’s Sermon von Ablasz und Gnade (1518); Preeken van 1508, uitgegeven door Buchwald (1930).

Lit.: Paulus, J. T. der Ablaszprediger (1899); Mandonnet, J. T. et la prédication des indulgences (1900) ; Paulus, T. ein Bullenfalscher (in: Hist. Jahrb. der Görresgesellschaft, 1921) ; Wachters, Luther (21930, blz. 83 vgl.). Wachters.

< >