Oostenr. aartshertog en veldmaarschalk, Duitsch rijksbestuurder (1848-’49), zesde zoon van keizer Leopold II. * 20 Jan. 1782 te Florence, † 10 Mei 1859 te Graz. Hij nam deel aan de veldtochten tegen Napoleon I, verloor in 1800 den slag bij Hohenlinden tegen Moreau, doch versloeg in 1809 Eugène de Beauhamais bij Sacile.
In 1809 werkte hij ook mede aan den volksopstand tegen de Franschen in Tirol. Wetenschappelijk onderlegd, vooral in natuurkunde en in geschiedenis, legde hij zich in vredestijd op kunst en studie toe; stichtte te Graz het Johanneum, een instituut voor hooger onderwijs (1811), en werd om zijn volksgezind optreden 29 Juni 1848 door het Parlement te Frankfort als Reichsverweser gekozen. 20 Dec. 1849 legde hij dit ambt neder.Werken: Der Brandhofer u. seine Frau, von ihm selbst erzählt (uitg. d. A. Wokaun, 1930); briefwisseling met graaf Prokesch-Osten (uitg. d. A. Schlossar 1898); briefwisseling met koning Frederik Willem IV van Pruisen (uitg. d. Küntzel, 1924).
Lit.: A. Schlossar, Erzherzog J. v. Österr. und sein Einfluss auf das Kulturleben der Steiermark (1878). Zie ook onder Frankfort (Parlement te F.). Lousse.