Gewezen officier der O.I. Compagnie, Jezuïet, martelaar. * 15 Sept. 1698 te Golzheim (D.), ✝ 12 Jan. 1737 te Tonking. Na vele reizen trad hij in 1727 te Amsterdam in dienst der O.I.
Compagnie. Te Batavia was hij eenige jaren een leekenapostel onder de Katholieken; vertrok vandaar naar Macao, waar hij in de Sociëteit v. Jesus werd opgenomen en in 1734 priester werd gewijd.
In 1735 werd hij naar de missie van Tonking gezonden; na acht maanden gevangenschap werd hij onthoofd. Het proces der zaligverklaring, door de opheffing der Sociëteit onderbroken, is in 1926 hervat.Lit.: Kathol. Missionen (1881, 207-271); Platzweg, Lebensbilder deutscher Jesuiten (Keulen 1880); de Jonge, de Orde der Jezuiëten (II, 167). v. Hoeck.