Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Joannes de Apostel

betekenis & definitie

of de Evangelist, zoon van Zebedeüs en Salome, broeder van Jacobus den Meerderen, was met Andreas de eerste, die zich op het getuigenis van den Dooper bij Jesus aansloot (Joh. 1. 35-40). Zijn definitieve roeping geschiedde bij het meer van Genesareth (Lc. 5.10 vlg.).

Jesus gaf hem bijzondere blijken van liefde, zoodat hij zich zelf „den leerling, dien Jesus beminde” noemt (bijv. Joh. 13.23).

Jesus vertrouwde hem aan het kruis zijn moeder toe (Joh. 19.27). Na de nederdaling van den H.

Geest predikte hij met Petrus te Jerusalem en genas hij met hem den lamme bij de tempelpoort (Act. 3.1-10). Zijn verbanning naar het eiland Patmos is het laatste, wat de H.

Schrift over hem vermeldt (Apoc. 1.9).Voor voorstelling in de kunst, ➝ Apostelen; Evangelist. Keulers. Evangelie van Joannes, het vierde der canonieke evangeliën. Volgens de traditie is het geschreven door den Apostel Joannes, zoon van Zebedeüs. Voor de authenticiteit zijn sterke externe argumenten aan te halen. Ook de interne critiek wijst op een ooggetuige der verhaalde gebeurtenissen, van Joodsche nationaliteit uit Palestina, bekend met plaatsen en gewoonten. De auteur is iemand uit den meest intiemen kring van Jesus’ volgelingen. Hij noemt zich zelf niet. Op verscheidene plaatsen wordt gesproken over den leerling, dien Jesus liefhad, vriend en gezel van Petrus. Alles wijst op denzelfden persoon, die niemand anders kan zijn dan Joannes. Er zijn echter groote moeilijkheden voor het auteurschap van Joannes, die ook door de Kath. exegeten niet onderschat worden.

Het evangelie begint met een diepzinnig voorwoord over den Logos. De Logos, God, Licht en Leven is mensch geworden. Het eigenlijk evangelieverhaal begint met het getuigenis van Joannes den Dooper en geeft dan eenige feiten uit Christus’ leven en redevoeringen. De feiten gebeuren vnl. in Judea. Behalve het passieverhaal, dat ook nog onder een ander gezichtspunt gegeven wordt, is er zeer weinig overeenkomst met de Synoptici. Volgens de meeste auteurs worden de synoptische evangeliën als bekend verondersteld en misschien wil Joannes ze zelfs aanvullen. Het eigenaardige van het Joannesevangelie is vooral gelegen in de groote redevoeringen. Ze verschillen naar vorm en inhoud van de spreuken en parabels der Synoptici. Van het begin af openbaart zich de Christus als Zoon van God.

Die eigenaardige karaktertrekken zijn door de critiek als groote moeilijkheden tegen de authenticiteit naar voren gebracht. Sinds Strausz worden deze problemen samengevat onder den naam van de Joannes-kwestie. De Kath. exegeten verklaren de moeilijkheden vooreerst uit het doel, dat Joannes beoogde. Hij wil de geloovigen bevestigen in het geloof aan Jesus’ messianiteit en godheid. Uit den inhoud van zijn eersten brief wordt het waarschijnlijk, dat daar een polemische doelstelling bijkomt tegen opkomende ketterijen. Deze doelstelling verklaart niet alles. Speciaal voor de redevoeringen neemt men aan, dat Joannes vermeldt de disputen met en redevoeringen tot de meer ontwikkelde rabbijnen en priesters van Jerusalem. Bovendien heeft Joannes zich door langdurige meditatie de manier van spreken van zijn meester zoo eigen gemaakt, dat zijn eigen woorden moeilijk te onderscheiden zijn van die van Jesus.

Volgens de critici is het evangelie een wijsgeerig-theologische bespiegeling. Woorden en feiten zijn uitsluitend symbolen. Voor sommige feiten nemen ook Kath. exegeten het symbolisch karakter aan zonder historiciteit uit te sluiten. De datum, waarop het geschreven is, valt na den dood van Petrus, op het einde van Joannes’ leven, wanneer Jerusalem reeds verwoest is. Nadere preciseering is moeilijk.

Lit.: o.m. M. J. Lagrange, Evangile selon St. Jean (31927).

Eerste Brief van Joannes, een van de ➝ Katholieke brieven. De authenticiteit staat voldoende vast. Naar den inhoud is hij ten nauwste verbonden met het vierde evangelie. Waarsch. is deze brief tegelijkertijd geschreven, als een begeleidend schrijven van het evangelie. Het doel is hetzelfde als van het evangelie (1 Joh. 5.13). Bovendien bestrijdt de brief uitdrukkelijk dwaalleeraren. Moeilijk is te bepalen, van welken aard deze dwalingen omtrent Christus waren. Beroemd is het dispuut over de authenticiteit van 5.7-8a, de zgn. Comma Joanneum.

Tweede Brief van Joannes. Deze brief, evenals de derde, werd in het begin der Kerk niet door alle auteurs als authentiek aangenomen. Alle Kath. auteurs houden tegenwoordig, dat hij geschreven is door Joannes. Ook niet-Kath. schrijvers beschouwen hem als behoorend bij den schrijver van het evangelie. De schrijver noemt zichzelf „presbuteros”. Over de exegese van het adres wordt gedisputeerd. Waarschijnlijk is een bepaalde Kerk bedoeld, die uitgelezen vrouwe genoemd wordt. De geloovigen worden aangespoord de liefde en het geloof te bewaren, dwaalleeraren te vermijden.

Derde Brief van Joannes. Deze is gericht aan een zekeren Caius, die geloofsverkondigers heeft ontvangen in zijn huis. Hij wordt aangespoord zoo door te gaan. Een zekere Diotrephes, waarsch. een bisschop, weerstaat aan het gezag van Joannes en wordt daarom berispt. Zie ook Tweede Brief van Joannes. C. Smits. Apocalyps van Joannes, of Openbaring van St. Joannes, is het eenige profetische boek van het N.T. Volgens de traditie is het geschreven door Joannes den Evangelist. De schrijver zegt zelf, dat hij, Joannes, op het eiland Patmos zijn revelaties ontving. In de eerste tijden twijfelde niemand aan de authenticiteit. In de 3e eeuw twijfelden sommigen, Cajus van Rome en Dionysius van Alexandrië, om het misbruik, dat van de Apocalyps gemaakt werd. Eusebius vestigde de aandacht op een anderen Joannes presbyter. Deze meening is door de moderne auteurs weer overgenomen. Interne gegevens bevestigen de traditie.

Het boek is bij wijze van algemeenen brief aan de Kerken van Klein-Azië gezonden. In het eerste gedeelte, na een voorwoord en inleidingsvisioen, staan zeven brieven aan zeven bepaalde Kerken. Deze representeeren de geheele Kerk. Ze schilderen den toestand der Kerk, vermanen en waarschuwen. De eigenlijke Apocalyps beschrijft in visionnaire, symbolische beelden het strafgericht Gods over de wereld en de redding der geloovigen. Op de eerste plaats wil het zijn een troostboek voor de Christenen in tijd van vervolging.

De Apocalyps stelt moeilijke problemen. Zijn de visioenen werkelijk zoo gebeurd of is het een literair genre? Wat wordt bedoeld met de verschillende symbolen? De meeningen ook van Kath. exegeten zijn dikwijls verdeeld. Zeker hoort de Apocalyps bij een op zich staand letterkundig genre, dat eigen verklaring behoeft. Voornamelijk kan men in de exegese een geschiedkundige, eschatalogische, godsdienstgeschiedkundige en mythologische richting onderscheiden. Het beste is alle richtingen met juiste mate te benutten.

De datum, waarop ze geschreven is, is moeilijk te geven. In de laatste levensjaren van Joannes, toen de vervolgingen reeds begonnen waren en nieuwe dreigden, waarschijnlijk onder de regeering van Domitianus, is het werk voltooid. De inhoud is rijk aan theologie, van groot belang voor de leer over het Koningschap van Christus. Lit.: o.a. E. B. Allo, Saint Jean, L’Apocalypse (1921).

C. Smits. Apocriefe apocalypsen van Joannes. Er zijn drie apocriefe apocalypsen van Joannes. De eerste, die niet voor de 19e eeuw betuigd is, beschrijft de vraag van Joannes en het antwoord van Christus over den tijd en de gebeurtenissen van Christus’ glorievolle wederkomst.

Lit.: C. Tischendorf, Apocalypses Apocryphae (Leipzig 1866); Dict. de la Bible (I).

In een tweede apocalyps beantwoordt Christus de vragen van Joannes over enkele zeer groote zonden, vasten, liturgie, doopsel en liefde. Het is van zeer laten datum (6e-9e eeuw).

Lit.: F. Nau, Rev. Biblique (1914); Dict. de la Bible, Suppl. I.

Een derde geschrift, genoemd de Mysteries van den maagdelijken apostel S. Joannes, beschrijft hoe hij ten hemel wordt opgenomen en hoe hem het aardsche paradijs, de staat van Adam en Eva voor de zonde en de wereldorde worden getoond. De Koptische tekst schijnt niet de oorspronkelijke te zijn.

Lit.: Wallis Budge, Coptic Apocrypha in the dialect of Upper Egypt (Londen 1912); Anal. Bolland. (1914); J. B. Frey, Institutiones Biblicae (Rome 21927).

Handelingen van Joannes. De vele overgebleven fragmenten van dit apocriefe Gnosticistische geschrift beschrijven de reizen, het verblijf te Ephese, de wonderen, preeken over Christus en diens schijnbaren dood en ten slotte den dood van den apostel Joannes. Zij zijn omstreeks het midden der 2e eeuw door een zekeren Leucius of Leucius Charinus geschreven.

Lit.: Th. Zahn, Acta Joannis (Erlangen 1880); E. Hennecke, Neutest. Apokryphen (Tübingen 21924); Handb. zu den neutest. Apok. (1904); Dict. de la Bible, Suppl. I.

Greitemann.

< >