Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-11-2019

Jef van Hoof

betekenis & definitie

Vlaamsch musicus, * 1886 te Antwerpen. Leerling van P.

Gilson; een der meest temperamentvolle figuren uit de Vlaamsche nationale muziekbeweging door de gulheid van de inspiratie, den rijkdom der harmonische vormen en de verscheidenheid van het talent.Werken: een groot aantal iiederen, waaronder vooral de strijdliederen populair geworden zijn; opera’s: Tycho-Brahé en Meivuur; symphonische werken, een kwartet, koren, godsdienstige werken, waaronder een groote Mis, stukken voor klavier, enz. V. d. Velde.

< >