Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jan van Beieren

betekenis & definitie

Elect prins-bisschop van Luik, zoon van Albrecht van Beieren, den graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, overgekomen van den zetel van Kamerijk (1390), doet afstand in 1418. ♱ 5 Jan. 1425 te Delft. Tot priester is hij nooit gewijd.

Zijn willekeur deed telkens nieuwe opstanden uitbreken onder zijn onderdanen, die echter in den slag van Othée, waar 25 000 Luikenaren sneuvelden, verslagen werden (1408). Zijn bloedige represaille-maatregelen bezorgden hem den bijnaam van Zonder Genade.Vol eerzucht, legde hij zijn waardigheid neer om als voogd van Jacoba van Beieren en ruwaard over haar erflanden te kunnen optreden. Hij huwde met Elisabeth van Görlitz, hertogin van Luxemburg, doch overleed kinderloos te Den Haag.

Lit.: Daris, Hist. de la Principauté de Liège; Pirenne, Hist. de Belgique: Biogr. Nat. Belge; Nw. Ned. Biogr. Wbk. (VI).

< >