Verdikte, radijsvormige bijwortel van Ipomoea Purga, behoorend tot de Convolvulacea, een slingerplant, die op 1.200 2.400 m in de loofbosschen van de Oostelijke hellingen van de Mexicaansche Andes voorkomt. J. wordt in het wild gezocht of gekweekt in Mexico, Jamaica en Ceylon, en in netten boven houtvuren, waardoor de eigenaardige geur ontstaat, aan de zon of in heete asch gedroogd.
Oppervlak aschbruin, overlangs gerimpeld, inwendig grijs-wit-bruin. Bestanddeelen: 18% zetmeel, 20% glucosidische hars, vnl. convolvulvine, C31H50016, en jalapine.
J. wordt in de geneeskunde als drastisch afvoermiddel o.a. in laxeerpillen en galsteenmiddelen gebruikt.Lit.: Ned. Pharmac. (III 51926). Hillen.