Zwitsersch-Duitsch romanschrijver van onkerkelijk-ethische, conservatieve strekking. * 14 Nov. 1876 te Bazel.
Voorn. werken: Die Erlhöferin (1908); Konrad Pilater (1910); Der Bote Gottes (1911); Der Dechant von Gottesbüren (1917); Das Wunderbare (1923); Das grosze Erlebnis (1926); Die Jünglingszeit des Johannes Schattenhold (1930); Johannes (1933); Eine Deutsche Wanderschaft (1933).