Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jaffa

betekenis & definitie

(het oude Joppe), haven- en industriestad met open reede aan de vlakke Palestijnsche duinkust; vanouds de toegangspoort voor Jerusalem en Z. Palestina en een der belangrijkste Levant-havens.

Spoorwegverbinding met Egypte en de Hidzjaz-lijn. Ca. 66.000 inw., waarvan ca. 15.000 Israëlieten (1934).

Sinds 1934 is J. door Haifa, na de voltooiing der nieuwe havenwerken aldaar, naar de 2e plaats verdrongen. Invoer van grondstoffen, bouwmaterialen en Europeesche fabrikaten, uitvoer van zuidvruchten (sinaasappelen), graan, leer enz.

Industrie: meel, wijn, zeep. De oude stad, op een rotspunt gelegen, heeft zich sterk in de vlakte uitgebreid.

In de onmiddellijke nabijheid de nieuwe Sionistenstad →Tel Aviv. Wessels. Geschiedenis Jaffa was reeds in het Steenen tijdvak bewoond. Het wordt in de geschiedenis bekend sinds de veldtochten van Thoetmosis III (1501-1447 v.

Chr.) tegen Syrië (inscriptie op de Amon-tempelmuren te Karnak), en wordt genoemd in de Amarna-brieven en latere, Assyrische, inscripties. Bij den intocht der Israëlieten in Palestina werd J. aan den stam Dan toegekend (Jos. 19. 46), maar bleef feitelijk in vreemde handen.

Toch maakten de Israëlieten van de haven van J. (toen de eenig-bruikbare aan de Palestijnsche kust) gebruik voor hun handelsverkeer. Hier werd het Phoenicisch hout voor den tempel van Salomon afgeleverd (3 Reg. 5. 9) en scheepte de profeet Jonas zich in op een Tarsis-vaarder (Jon. 1. 3).

Ook gedurende het Perzisch tijdvak was J., blijkens een inscriptie van Esjmoenazar, nog in het bezit der Sidoniërs. Eerst in 144 v.

Chr. gelukte het Simon den Maccabeër de stad te veroveren en te judaïzeeren (1 Mac. 12. 33; 2 Mac. 12. 3-7). Door Pompeius bij de Romeinsche prov.

Syrië gevoegd, werd J. door Caesar aan de Joden teruggegeven, en bleef, met uitzondering van de jaren 34-30 v. Chr., in hun bezit.

De H. Petrus woonde er geruimen tijd (Act. 9. 43), hij wekte daar Tabitha (Dorcas) ten leven op (Act. 9. 36-42) en had er zijn bekend visioen van de reine en onreine dieren (Act. 10.5-11.18).

J. was bisschopsstad tusschen den tijd van Constantijn en de Arabische invasie van 638, en tijdens de Kruistochten. In 1267 met den grond gelijk gemaakt, werd J. in de 17e eeuw herbouwd.

Napoleon veroverde het op de Turken in 1799. v.d. Born.

< >