1° (ook: isorhythmie) in de muziek de naam voor een bepaalde compositietechniek voor conducti en motetten (ca. 13e en 14e eeuw), waarbij een metrische tekst meerstemmig, harmonisch werd gecomponeerd, en gebruik gemaakt van herhalingen in maat en rhythme.
Lit.: J. Handschin, Not. über die Notre-Dame-Conductus, in Leipziger Kongressbericht (1925).
2° (Wisk.) ➝ Axonometrie.