(= nuntius ad interim), pauselijk vertegenwoordiger bij een hof, ter vervanging van den om uiteenloopende redenen afwezigen nuntius, of ook in kleinere landen de blijvende vertegenwoordiger van den paus; tegenw. gewoonlijk titulair aartsbisschop. Alleen verschillend in rangorde van → nuntius; macht en voorrechten dezelfde (cf.
C.I.C. 267 § 1). Tegenw. is er alleen een i. in Nederland en Luxemburg. Drehmanns. In 1829 is in den Haag opgericht de apostolische internuntiatuur der Nederlanden in verband met plannen tot het uitvoeren van het concordaat van 1827 (zie → Concordaat).
Ondanks het feit, dat de Ned. gezant in 1871 uit Rome is teruggeroepen, heeft de paus toen de internuntiatuur in Den Haag gehandhaafd. Toen de paus in 1899 niet tot de Vredesconferentie werd uitgenoodigd, heeft de nuntius Nederland verlaten.
In 1921 zijn de betrekkingen daarna onderhouden door een zaakgelastigde, terwijl officieel de nuntius van Brussel sinds 1911 ook in Den Haag optrad. In 1921 heeft zich weer een i. in Den Haag gevestigd.
Voor de nuntii en internuntii, die in Brussel en Den Haag geresideerd hebben, zie onder → Nuntius.Lit.: P. Goulmy, ’s Pausen Diplomatie en de Nederlanden (1917). de Haas