Localiteit voor de verpleging van zieken. In Ned. werd het woord wel gebruikt in gasthuizen en op schepen, maar bijna in hoofdzaak voor verblijven van zieke militairen.
In het Reglement op de Administratie der garnizoens-infirmerieën van 1821 (Recueil Militair 1821, I) lezen we, dat er zijn: een groot rijkshospitaal te Utrecht, garnizoenshospitalen en garnizoensinfirmerieën. Deze laatste, zoo staat er, worden alleen ingericht in plaatsen, waar gewoonlijk een zwak garnizoen aanwezig is en geen hospitaal.
Er werden slechts minder ernstige zieken verpleegd. Thans is het woord, ook in het leger, buiten gebruik geraakt.
Het was ontleend aan het Fransch, waar het eveneens duidt op een klein ziekenverblijf, op forten, op stations, als regimentsinfirmerie, als veterinaire i. enz.Lit.: Dict. Mil. (II Parijs 1910). v. Leeuwen. In België verstaat men onder infirmerie de in het kwartier van elk troepenkorps ingerichte zaal, waar zieke manschappen voor lichte gevallen verpleegd worden volgens de voorschriften van de korpsartsen. In ernstige gevallen worden de patiënten naar het krijgsgasthuis overgebracht. De infirmerievétérinaire is de in oorlogstijd aan elk legerkorps (in vredestijd aan het garnizoen) gehechte formatie, waar kranke of gekwetste paarden behandeld worden.
V. Coppenolle.