Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Inenting

betekenis & definitie

(geneesk.). Hieronder verstaat men inbrenging van een verzwakte smetstof eener ➝ infectieziekte in het lichaam, ten einde langs dezen weg een actieve ➝ immuniteit tegen de betreffende ziekte tot stand te brengen.

Gewoonlijk verstaat men onder i. het in het lichaam brengen van koepokstof (Jenner). Het ingeënte individu doorstaat na i. niet de echte ziekte, doch verwerft wel een voldoende immuniteit.Men ent met verzwakte, nog levende smetstoffen (pokken, hondsdolheid, tuberculose, pest) of met te voren gedoode (cholera, typhus, paratyphus, kinkhoest). Na verloop van een ➝ incubatietijd ontwikkelt zich de beoogde immuniteit.

Meest ent men gezonde, eerder nog in het geheel niet langs natuurlijken weg besmette individuen in. Het is echter ook mogelijk succesvol in te enten, nog nadat het individu met de echte smetstof in aanraking kwam (beet van dollen hond). Wanneer dan de i. maar spoedig genoeg na de natuurlijke besmetting geschiedt, ontwikkelt zich in bepaalde gevallen nog een voldoende immuniteit, voordat de eigenlijke ziekte uitbreekt.

Koepokstof wordt in een oppervlakkige krabwonde van de huid ingebracht. Men noemt deze bewerking vaccinatie (Lat. vacca = koe). Echter spreekt men ook van vaccinatie, wanneer tegen andere ziekten dan pokken wordt ingeënt, of wanneer de smetstof niet van de koe, maar van den mensch, den aap of het konijn gewonnen is. Door systematisch toegepaste vaccinatie zijn thans reeds eenige menschengeslachten voor pokkenepidemieën bewaard gebleven. De Wet op de ➝ Besmettelijke Ziekten omschrijft een indirecten dwang tot vaccinatie tegen pokken, door te bepalen, dat onderwijzend personeel en leerlingen aan scholen (➝ Leerplichtwet) slechts dan tot de scholen mogen worden toegelaten, indien een verklaring (pokkenbriefje of vaccinatiebewijs) kan worden overgelegd, waarin door een geneeskundige wordt verklaard, dat de houder met goed gevolg vaccinatie heeft ondergaan of aan echte pokken heeft geleden. Alleen gezondheids- of gewetensbezwaren kunnen iemand van verplichte vaccinatie ontheffen.

Tegen de wettelijk verplichte vaccinatie zijn formeel godsdienstige en reëel medische bezwaren gerezen. De laatsten op grond van de, zij het ook numeriek geringe kans van het optreden van een hersenontsteking na vaccinatie. Men heeft den indirecten dwang tot vaccinatie op grond van dit bezwaar tijdelijk opgeschort. Hieraan zijn evenwel voor de volksgezondheid niet denkbeeldige bezwaren verbonden. Doet de gevreesde pokziekte weer haar intrede in ons land, welke mogelijkheid vroeg of laat allerminst uitgesloten moet worden geacht, dan staat ieder niet gevaccineerde bloot aan het gevaar pokken te krijgen, welke ziekte een hooge ➝ morbiditeit heeft en vele lijders voor het leven mutileert. Aan dit bezwaar kan men slechts ontkomen, door zich tijdig te laten inenten en met tusschenpoozen van enkele jaren te laten herenten. De kans op het ontstaan van hersenontsteking na i. op zeer jeugdigen leeftijd is practisch nul. Vandaar dat deze leeftijd voor i. de meest geschikte is.Tegen tuberculose ent men met door herhaald kweeken op gal-aardappelvoedingsbodem verzwakte tuberkelbacillen (bacil-Calmette-Guérin). Tegen diphtherie spuit men het gif van de diphtheriebacil in, wat een tegengif in het lichaam van het individu doet ontstaan. Dit diphtheriegif wordt ook tevoren verzwakt (Ramon), óf het wordt tijdelijk aan een tegengif gebonden (Behring). Het bekende diro-vaccin werkt tegen diphtherie en roodvonk beide.

Inspuiting met afweerstoffen tegen ziekten, waardoor een passieve ➝ immuniteit verkregen wordt, pleegt men niet tot vaccinatie te rekenen. Botman.

< >