(Inderagiri), afdeeling der residentie Riouw en Onderhoorigheden op Sumatra; omvat de onderafdeelingen Koeantan-districten, Indragirische Benedenlanden en Indragirische Bovenlanden. Grootendeels Alluviaal gebied, doorstroomd door talrijke rivieren en kreken en geheel bedekt met oerwouden.
Op de grens met Djambi ligt een heuvelland. De kuststrook is hoofdzakelijk bedekt met een rizophorenvegetatie.
In 1930 163 441 inw., waarvan 158 305 Inheemschen, 4835 Chineezen, 182 andere Vr. Oosterlingen en 119 Europeanen.
In het kustgebied wonen in hoofdzaak Riouw-Maleiers, in het Westen Menangkabauers en daartusschenin allerlei overgangen. In het binnenland komen ook nog eenige primitieve bevolkingsgroepen voor, o.a. de Orang Mamak.
Naast drogen rijstbouw komt ook klapper-, gambir- en rubbercultuur voor. De kustvisscherij wordt meest door Chineezen en Palembangers uitgeoefend. v.
Vroonhoven.