Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Herbert cysarz

betekenis & definitie

Herbert cysarz - Oostenrijksch Germanist, gespecialiseerd in de letterkundige geschiedschrijving van geesteswetenschappelijk-wijsgeerige richting; * 29 Jan. 1896 te Oderberg, sinds 1928 hoogleeraar te Praag. In het literairhistorische werk van dezen temperamentvollen, maar niet steeds duidelijken geleerde lost Dilthey’s wijsgeerige methode, in bewuste reactie tegen de philologisch-historische school van W. Scherer, zich op in een → intuïtionism e, dat het letterkundig werk wil benaderen, zonder het onder een hoop verstandsbegrippen „dood te ontleden”.

Het orgaan van den literairhistoricus moet zijn: een „irrationeel” vermogen om te begrijpen, dat „Lebenverstehen” noemt: de beste uitlegger van schoonheid is de „congeniale” natuur, voor wie „subject en object” in de wetenschappelijke beschouwing samenvallen.

Hoofdwerken: Erfahrung und Idee (1921→; Deutsche Barockdichtung (1924); Literaturgeschichte als Geisteswissenschaft (1926) ; Von Schiller zu Nietzsche; Geistesgeschichte des Weltkriegs (1931).

Lit.: H. Lichtenberger, in Mélanges Baldensperger (II Parijs 1930, 50 vlg.). Baur

< >