Hauran - of Haoeran,
1° Huidige Arab. naam van een gebergte aan den rand van de Syrische woestijn ten Z.W. van Damaskus, meer bekend als Dzjebel ed-Droez (Druzengebergte), dat door velen geïdentificeerd wordt met den berg Selmon van Ps. 67.15.
2° Huidige Arab. naam van een landstreek, die de geheele vlakte omvat vanaf den Jarmoek tot aan Damaskus,in het O.begrensd door de Syrische woestijn, in het W. door den Jordaan, een eertijds vulkanische en thans zeer vruchtbare streek. Deze landstreek omvat de gebieden, die oudtijds werden aangeduid met de benamingen Auranitis (H. in engeren zin), Trachonitis, Batanea, Gaulanitis en Iturea. Auranitis is in den tijd van Christus de naam van een deel van den tegenw. H., dat gelegen is ten W. van het Haurangebergte (zie 1°), onderscheiden van Batanea, doch met moeilijk te omschrijven begrenzingen. De naam H. komt reeds voor bij Ezechiël (47. 16, 18), doch in onzekere beteekenis. De H. werd waarsch. eerst door de Gr. kolonisatie een landstreek van beteekenis, hoewel sommige gegevens op een oudere geschiedenis wijzen. In de le e. na Chr. was de H. in ’t bezit der Nabateeën, later werd H. geregeerd door Herodus en zijn opvolgers. Vooral als deel der Rom. prov. Arabia met Bosra als hoofdstad (sinds 106 na Chr.) werd de H. een bloeiende streek, waarvan de resten van talrijke bouwwerken nog getuigen. Het Christendom verspreidde er zich reeds in de eerste eeuwen. De komst van den Islam maakte
aan cultuur en econ. bloei een einde. Thans is Dzjebel ed-Droez (zie 1°) een onafhankelijke staat (hoofdstad Soeweida) onder Fr. mandaat, terwijl de rest van den H. behoort bij Syrië (hoofdstad Damaskus). Alleen Bosra en Salchad zijn nog plaatsen van eenige beteekenis.
Lit.: R. Dussaud, Topographie hist, de la Syrië antique et médiévale (Parijs 1927). Simons Maurice Jean Claude Eugène Hauriou Fransch rechtsgeleerde; * 1856 te Ladiville (dept. Charente), ✝ 1929 te Toulouse. Tot aan zijn dood hoogleeraar en deken der rechtsgeleerde faculteit te Toulouse. Hij is een der grondleggers geweest van de administratieve rechtswetenschap in Frankrijk. Aan zijn theorieën zijn hoofdzakelijk te danken de ontvankelijkheid van het verhaal wegens machtsmisbruik (excès de pouvoir) en de bevoegdheid der rechtscolleges inzake verantwoordelijkheid van de administratieve personen. Hij is tevens de ontwerper in de rechts Philosophie van de theorie der institutie (la théorie de l’institution).
Voorn. werken: Précis de Droit Administratif (1892); Traité de Droit Constitutionnel (1916); La Science sociale Traditionnelle (1896); Principes de Droit Public (1910); Notes d’arrêts sur décisions du Conseil d’Etat et du Tribunal des Conflits, publiées au Recueil Sirey (3 dln. 1929); La Théorie de L’institution et de la Fondation (Cahiers de la Nouvelle Journée, 1925) ; L’ordre Social, la Justice et le Droit (Revue Trimestrielle de Droit Civil, 1927). Orian Lubrecht Hauseilt Augustijn, abt van Eeckhout te Brugge, staatsman, mathematicus, geschiedschrijver; * ca. 1347, ✝ 27 Dec. 1417 in zijn abdij. In 1414 was hij tegenwoordig op het concilie van Constanz. Hij schreef ca. 1400 een Imago Flandriae (uitg. in 1577 en 1671), dat volgens sommigen een „voorzegging” inhoudt omtrent Vlaanderens toekomstig lot tijdens de troebelen van 1568 en later.
Lit.: Biogr. Nat. Belg. Erens Siegmund von Hausegger Duitsch componist en dirigent. * 16 Aug. 1872 te Graz; behoorde ca. 1900 tot de gematigd modernen van zijn tijd (zooals bijv. Schillings); in 1920 directeur van de Akademie der Tonkunst te München ; voorzitter van den Allgem. deutschen Musikverein. Hij schreef eenige opera’s, orkestwerken (waarvan de Natursymphonie met slotkoor, 1911, het bekendst geworden is), koorwerken en liederen. Verder publiceerde hij Betrachtungen zur Kunst (1921) en gaf o.a. de brieven van Wagner aan Julie Ritter uit (1920). Reeser Max von Hausen Saksisch generaal; * 17 Dec. 1846 te Dresden, ✝ 19 Maart 1922 aldaar; 1904-14 minister van Oorlog en in 1914 commandant van het Ille leger.
Werken: Erinn. a.d. Marne-Feldzug 1914.