Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Harvey

betekenis & definitie

Harvey - 1° Gabriel, Eng. schrijver; * 1646 (?), ✝ 1630. Zoon van een touwslager.

Studeerde te Cambridge. Werd bevriend met Edmund → Spenser.

Hij, schreef satiren, sonnetten, enz. IJdel en wrang van karakter, was hij een onmeedoogend afbreker van wat anderen presteerden; hij schreef eindelooze twistschriften tegen de tooneeldichters Greene en Naslie.

H. wenschte in zijn grafschrift vermeld te worden als de uitvinder van den Eng. hexameter. H. is de Hobbinoll in Spenser’s Shepheards Calendar. F.

Visser
2° William, Eng. medicus; * 1578 te Folkestone, ✝ 1637 te Hampstead. Studeerde geneeskunde te Padua onder Fabricius ab Aquapendente. Door dezen geïnspireerd, studeerde hij de bloedbeweging en ontdekte in 1616 den bloedsomloop; publiceerde eerst in 1628. Werd lijfarts van Karel I. Zijn tweede werk is over het ontstaan der dieren: elk dier komt uit een ei. Hij was daardoor de voorlooper van Kaspar Wolff en Karl von Baer.

Na vele wederwaardigheden als royalist stierf hij te Hampstead. Schlichting 3° William Henry, Iersch plantkundige; * 5 Febr. 1811 te Limerick, ✝ 15 Mei 1866 te Torquay; was prof. te Dublin. Hij schreef over zeewieren en over de flora van Z. Afrika.

Werken: Phycologia Britannica (1846-’51); Phycologia Australica (1858-’63); Flora Capensis (1859-’65).

< >