Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Hanssens

betekenis & definitie

Hanssens - 1° Charles-Louis, Belg. componist, cellist en orkestleider; * 1802, † 1871 te Brussel; zoon van den toonkunstenaar Ch. L.

Joseph H. Sr.; leefde in België, Holland en te Parijs; 1848-’69 orkestleider van den Munt-Schouwburg, te Brussel; heeft talrijke composities van allerlei aard geschreven,waarvan het meerendeel als autographen in de bibliotheek van het Brusselsch Conservatorium berust. V. d. Borren.

2° Edmond, Belg. officier en Afrikareiziger; * 1843 te Veurne, † 1884 te Vivi (Belgisch-Kongo). Stafofficier, professor aan de militaire school.

Vervangt dr. Peschuel-Loesche als hoofd van de Intern. Afr. Vereeniging bij het vertrek van Stanley, op het oogenblik dat de terugkomst van Brazza op den rechteroever van den Kongostroom het bestaan van koning Leopold’s ondernemingen in gevaar stelde. De verkenningsreizen van H. bevestigden de bezetting door de Belgen van de streken van Koeiloe-Niadi, van den bovenloop van den Kongo en van zijn bijrivieren Oebangi, Mongala en Aroewimi. Hij stichtte de belangrijke posten van Bangala en Basoko. Door deze reizen afgemat, keerde hij terug naar Europa, maar stierf onderweg te Vivi. Monheim.

< >