Handpers - een door de hand in werking gebrachte pers. Vóór de 19e eeuw was de h. de eenige pers, die men tot zijn beschikking had; door de uitvinding der door stoom en electriciteit bewogen persen is haar terrein beperkt tot het maken van proeven (men spreekt dan van proefpers, inz. bij de cliché-vervaardiging) of van kunstprenten (➝ Handdruk).
a) Bij de boekdruk-techniek is het verschil tusschen h. en machinale pers (snelpers) belangrijk. In het eerste geval toch komt de afdruk tot stand, doordat een vlakke houten of metalen plaat, de degel, tegen het papier wordt geperst door haar neer te schroeven. Bij de snelpers daarentegen wordt er een cylinder draaiend, en a.h.w. knijpend, overheen bewogen. Voor fijn houtsnijwerk maakt dit verschil, en maakt het ook beschadiging van het houtblok (afbreken van fijne lijntjes) waarschijnlijker, terwijl bij den vlak neerkomenden degel hiervoor geen gevaar bestaat. Over de verschillende werking van degel- en snelpers, zie onder ➝ Drukpersmachine.
b) Bij den steendruk worden op de h. proeven en kleine oplagen van prenten, die bijz. zorg vereischen, gedrukt. Ook hier is de constructie verschillend van die der snelpers. Bij de laatste geschiedt de druk, de persing, door een draaienden cylinder, bij de h. daarentegen is het een lat, die a.h.w. schrapende het papier tegen den steen drukt. Senefelder vond de wrijvende, schrapende lat uit, die naar het D. „reiben” in Ned. rijver wordt genoemd. Bij de huidige steendruk-handpers wordt niet meer de rijver over den steen voortbewogen, maar ligt de rijver stil en schuift men door het ronddraaien van een handle de „kar” met den steen er onderdoor.
c) Bij den diepdruk van koperen of zinken platen wordt zelden anders dan met een h. gewerkt. Deze bestaat uit twee ijzeren walsen (vroeger ook wel van hout), waartusschen een tafelblad is geplaatst. Door het onder spanning ronddraaien van den bovensten cylinder wordt het tafelblad voortbewogen. Hierop is de drukplaat gelegd, daarop een vel papier, en daarop eenige lappen drukvilt. Daar dit laatste wordt samengeperst, zet het uit, waar het ruimte vindt; dit is het geval waar lijnen der voorstelling in de drukplaat zijn gegrift, en aldus perst het vilt het papier in die lijngroeven, dat nu den inkt aanneemt, welke zich in die lijn-groeven bevindt.
Men brengt de plaatdrukhandpers in beweging door vier spaken, aan de bovenste wals bevestigd, of (bij grootere persen) door een vliegwiel rond te draaien.