Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Handgranaat

betekenis & definitie

Handgranaat - springprojectiel, dat met de hand wordt geworpen of wordt geslingerd. Handgranaten werden reeds gebruikt kort na de uitvinding van het buskruit (grenadiers).

Na een tijd in onbruik te zijn geraakt, zijn zij vooral in den Russisch-Japanschen oorlog bij den strijd om Port-Arthur weder in gebruik gekomen. Daarna heeft de h. in den Wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld; in dezen oorlog is ook de brandhandgranaat aangewend, welke reeds in de oudste tijden bekend was. ➝ Grieksch vuur.De h. bestaat thans uit een gietijzeren granaatlichaam, gevuld met springstof; bij het springen wordt het metalen omhulsel in scherven verdeeld. De uitwerking is zeer plaatselijk; ze worden gebruikt tegen levende doelen op korten afstand, max. 25-40 m. Men onderscheidt: aanvalshandgranaten, met zeer beperkte werkingssfeer (ca. 2,5 m) dunnen wand, groote springlading, en verdedigingshandgranaten, van welke de werkingssfeer grooter is. Naargelang van de wijze, waarop de springlading tot ontsteking wordt gebracht, onderscheidt men tijdhandgranaten, die worden ontstoken ongeveer op het oogenblik, waarop het projectiel de hand verlaat, en springen, nadat een klein buskruitkolommetje is doorgebrand (ong. 3 sec.), en schokhandgranaten, welke springen op het oogenblik, dat het projectiel op den grond of tegen voorwerp komt.

Het gewicht bedraagt 0,65-0,70 kg. Naargelang van den vorm komen o.a. voor: ei-, doos- en steelhandgranaten.

Nijhoff.

< >