Halogenen - (Gr. hals = zout, gignomai = vormen), groep van chemische elementen, daardoor gekenmerkt, dat ze zonder tusschenkomst van de zuurstof met metalen zouten vormen. De groep omvat: fluoor, chloor, broom en jood, terwijl het nog niet met zekerheid ontdekte element nr. 85 („alabamine”) er waarsch. ook toe zal blijken te behooren.
De door de h. gevormde zouten werden vroeger als haloïde zouten van de eigenlijke zouten onderscheiden, omdat deze laatste volgens definitie gevormd moesten zijn uit een basisch oxyde en een zuur oxyde. Zooals steeds ging de natuur echter weldra boven het dogma uit, en Berzelius bewees, dat de haloïde zouten zich in niets van de echte zouten onderscheidden, zonder nochtans een theoretisch bevredigende definitie van zout te kunnen geven, die beide groepen omvatte.
Dit lukte eerst aan de ionen-theorie, welke dienovereenkomstig de volgende definitie van h. toelaat: h. zijn die elementen, welke in waterige oplossing anionen vormen, welke niet gehydrolyseerd worden. Deze laatste restrictie is noodig om zuurstof, zwavel, seleen en telluur uit te sluiten.
Ook wint men daarmee het belangrijke inzicht, dat fluoor een overgang naar deze laatste groep vormt; dit ion toch is gedeeltelijk gehydrolyseerd.