Groote Onbekende - is de naam voor God in Job 36.26. Wordt verder toegepast op anonieme auteurs bijv., die toch door den aard van hun werk zich verraden.
Voor het eerst zou dit gebeurd zijn door James Ballantyne met betrekking tot den auteur van Waverley (1814) (Elze, Sir Walter Scott, 1864): The great Unknown. Görres (5.298) paste het op den duivel toe (1826). Brouwer.