Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Grolier

betekenis & definitie

Grolier - Jean, vicomte, Fransch bibliophiel; * 1479 te Lyon, † 1565 te Parijs. In 1510 te Milaan gevestigd, kreeg hij door aanraking met Manutius belangstelling voor de boekbindkunst.

Vertoefde geruimen tijd te Rome. G. kwam in 1534 te Parijs met zijn bibliotheek van 3 000 dln., meest in leder gebonden, versierd met handvergulding en kleurige lederoplaag, waarsch. vlg. aanwijzing van den eigenaar („Grolierbanden”).

In Parijs ontstond onder zijn aanmoediging bindkunst, welke later door sterke begunstiging der vorsten tot verdere ontplooiing kwam. Bijna alle Grolierbanden hebben een ornament, dat uit dooreengevlochten linten of banden is opgebouwd en dat van Oostersche herkomst is. In Engeland en Amerika heeft men heden ten dage ,,Grolier-clubs”, vereenigingen van boekenliefhebbers.

< >