Grey of Fallodon - Edward lord, Eng. staatsman; zoon van George ➝ Grey. * 25 April 1862, ✝ 7 Sept. 1933. Na studiën te Oxford, reeds in 1885 tot liberaal lid van het Lagerhuis gekozen (tot 1916); 1892-’95 onderstaatssecretaris van Buitenl. Zaken in het kabinet Rosebery; 1906-’16 staatssecr. van Buitenl. Zaken in het kab.
Asquith; met dezen laatste leefde hij trouwens in innige vriendschap. De rol, door G. tijdens de gebeurtenissen van Juli en Aug. 1914 gespeeld, werd verschillend beoordeeld: Lloyd George heeft hem van besluiteloosheid beschuldigd, daar hij door een krachtdadiger optreden het uitbreken van den oorlog had kunnen vermijden; Churchill beweert, dat G., nochtans bekend als anti-Duitsch, rekening had te houden met de anti-oorlogsstemming van de Engelschen, en enkel beslist kon optreden na de schending van het grondgebied van België.
Na 1916, blind geworden, trok G. zich op zijn landgoed terug.Werken: Gedenkschr. en redevoeringen (waarvan talrijke vert.). — Lit.: G. H. Perris, Our foreign policy and sir E. G.’s failure (Londen 1912); G. Murray, The for. pol. of sir E. G., 1906-’15 (Oxford 1915). Cosemans.