Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Goes (gemeente)

betekenis & definitie

Goes (gemeente) - gem. in de prov. Zeeland op het eiland Z.

Beveland; omvat alleen de stad Goes, het centrum van Z. Beveland voor handel en verkeer.

Ca. 9 000 inw., waarvan 65% Ned. Herv., 10% Geref., 20% Kath. en 10% onkerkelijk.

Opp. 747 ha; vruchtbare zeeklei, meest landbouw. Belangrijke graanbeurs.

Industrie, o.a. houtbewerking; conserven. Onderwijs o.a.

Rijks H.B.S., Rijkslandbouwwinterschool, ambachtsschool.G. ligt aan den spoorweg Roosendaal-Vlissingen. Tramverbinding met ’s Gravenpolder. Het scheepvaartverkeer gaat langs het kanaal (haven), gegraven naar Katsche Veer aan de Ooster-Schelde.

C. v. d. Broek. Bezienswaardigheden: het stadhuis, gebouwd 1771-’75 met behoud van een ouder gedeelte (15e e.); in het stadhuis is het Sted. Museum ondergebracht. Verder de Ned. Herv. Groote Kerk, de voormalige St.

Maria Magdalena-kerk, 1423 gewijd, 1578 aan de Hervormden overgegaan, na een brand 1619-’21 herbouwd (carillon, 1766); de moderne Kath. St. M. Magdalena-kerk met ten deele oude inventaris; verder vele oude gevels. E. van Nispen tot Sevenaer.

< >