Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Goederenmateriaal

betekenis & definitie

Goederenmateriaal - omvat het gesleept materiaal, bestemd voor het vervoer van goederen, vnl. in goederentreinverband. In hoofdzaak twee-assige wagens en twee-assige-draaistelwagens ( → Draaistel).

Moderne goederenwagens voldoen aan de transitovoorschriften, merkteeken T, R.I.C. → Transitprofiel; zijn voorzien van een doorgaande rem.Verhoudingscijfers voor een modernen cokeszelflosser: asdruk 18 ton; het eigengewicht (21 t) verhoudt zich tot de belasting (50 t) als 1 : 2,4. Metergewicht, d.i. totaalgewicht gedeeld door lengte over de buffers (12 m) ca. 6 ton /meter. Het goederenmateriaal ( → Wagenpark) kan worden onderverdeeld naar enkele wagentypen: 1° open wagens, voor goederen, die aan weer en wind blootgesteld of onder dekkleed vervoerd kunnen worden. Hiertoe behooren, behalve de gewone tweeassige open goederenwagens, met zijwandhoogte ca. 1,55 m, bodemopp. ca. 22 m2, afgestreken lading 33 m3: a) platformwagens voor groote stukgoederen, als gietwerken, ijzerconstructies, boomstammen: plateauwagen, rongenwagen, schamel- of houtwagen ( → Draaischamel); b) tipwagens en zelflossers voor stortgoederen als steenkool; lossing in tippen, tusschen of naast de rail (compost vuilverbranding Drente); c) bakken- en potwagens voor zuren, wijnvaten; d) ketelwagens voor olie, benzine, melasse, gas voor treinverlichting; e) containers voor vervoer van stukgoederen in baklading verpakt; kunnen uitgebreide toepassing vinden bij combinatie van auto- en railvervoer; de goederen worden door den verzender in bakken van voorgeschreven afmetingen verpakt; een container bevat bijv. een tiental dgl. bakken.

2° Gesloten wagens, voor meer waardevolle of aan bederf onderhevige goederen, kunnen onder plombe worden afgesloten (diefstal, douane). Behalve de gewone gesloten goederenwagens, met bodemopp. 21-29 m2, laadruimte max. 57-80 m3, behooren hiertoe: a) → koelwagens voor aan bederf onderhevige levensmiddelen; b) veewagens, voor kleinvee met dubbele verdieping; c) kalkwagens voor ongebluschte kalk; d) een groote groep speciaalwagens, voor een speciaal product ingericht, als flesschen, spiegelglas, verwarming voor stoomverwarming in electrische treinen, toegepast bij gedeeltelijke electrificatie. Beijnes.

< >