Godfried I (Leuven) - graaf van Leuven, 1095-1140, sinds 1106 ook hertog van Neder-Lotharingen. Door deze aanstelling kwam hij in strijd met Hendrik I van Limburg, die in 1101 door Hendrik IV tot die waardigheid was verheven.
Deze strijd werd nog heviger, toen Lotharius na den dood van. Hendrik V de benoeming van G. introk en den titel van hertog, want meer was het niet, aan den opvolger van Hendrik van Limburg, Walraven II (1119-’39), teruggaf.
Men sprak reeds van een hertog van Limburg en een hertog van Brabant. Een onderdeel van dien strijd is het Luiksche schisma, dat in 1119 na den dood van biss.
Otbert uitbrak. G. koos partij voor Alexander van Gulik, Walraven voor Frederik van Namen.
Het leek een nieuwe strijd om beginselen; het was niets dan een feodaal oorlogje. G. schijnt niet onschuldig aan de vergiftiging van Frederik; in alle geval profiteerde hij van diens dood, om zijn eigen broer Adalbero te doen verkiezen, en van dat oogenblik af had Alexander ook niets meer van G. te verwachten, terwijl Limburg daarentegen hem steunde.
Na zijn afzetting in 1135 was G. beslist in het voordeel en wist de keuze van zijn zwager Adalbero II door te drijven, wiens erkenning door keizer Lotharius tevens vrede met G. beteekende. Lit.: Pirenne, Hist. de Belg. (I, passim).W. Mulder S.J.