Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Geosynclinale

betekenis & definitie

Geosynclinale - (geologie), een sedimentatiegebied in voortdurende daling. De facies der afzettingen wijst gewoonlijk op afzetting in vrij ondiep water; men betwijfelt daarom of de tegenw. diepzeeslenken g. zijn.

Echter kan men zich denken, dat door onderzeesche afschuivingen het materiaal van de hooger gelegen deelen toch in de diepte terecht komt en de echte diepzee-afzettingen, die in verhouding zeer dun zijn, bedekt (Hom, Escher).Men kan twee types g. onderscheiden, onregelmatige en langgestrekte. Het langgestrekte type is oorsprong der gebergten (➝ Gebergtevorming) van het plooiingstype, de onregelmatige g. worden wel opgevat als het gevolg van een gebergtevorming; zij zijn van minder beteekenis. Als voorbeeld van het langgestrekte type kan dienen de groote g., waaruit Andes en Rotsgebergte zijn ontstaan; als voorbeeld van het andere type het sedimentatie-gebied van N. Duitschland. Men is het er niet over eens, of de g. het gevolg zijn van primairen tangentieelen druk, dan wel dat de daling primair is (➝ Gebergtevorming).

Langgestrekte verheffingen in de g. noemt men geantielinalen, welke naam ook wel in het algemeen op rijzingsgebieden wordt toegepast. Men ziet in de geantielinalen binnen de g. veelal den aanleg van een nieuw plooiingsgebergte. ➝ Tectoniek.

Jong.

< >