Generatieve parthenogenesis - ontwikkeling van een eicel met het gereduceerd aantal chromosomen tot een volwassen, haploïd individu. Wanneer een diploïde eicel apomictisch, d.w.z. zonder voorafgaandelijke bevruchting, tot een volwassen diploïden sporophyt uitgroeit, spreekt men niet steeds van somatische parthenogenesis, maar veelal van → apogamie, zoodat de term parthenogenesis voorbehouden blijft aan de apomictische ontwikkeling van haploïde individuen.
G. p. werd tot nog toe niet bij planten, alleen bij dieren aangetroffen, wat o.a. bij larven van zeeappels (Echiniden), bij bijen en hommels (Apidea), bij wespen (Vespidae) en mieren (Formicidae) het geval kan zijn (→ Pseudogamie).Dumon.