Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Gelijktijdigheid

betekenis & definitie

Gelijktijdigheid - In de natuurkunde gold vóór de opstelling van de relativiteitstheorie door Einstein het begrip g. als een absoluut begrip, evenals het begrip tijd zelf. D.w.z. dat twee gebeurtenissen, die voor den eenen waarnemer gelijktijdig plaatsvinden, ook door een anderen als gelijktijdig zouden worden waargenomen.

In de relativiteitstheorie wordt echter aangetoond, dat dit niet juist kan zijn. Een rustende waarnemer zou de g. van twee gebeurtenissen kunnen constateeren bijv. door lichtsignalen.

In een bewegend systeem echter zou een lichtstraal in de richting der beweging meer tijd noodig hebben om den waarnemer te bereiken dan een lichtstraal in een richting, tegengesteld aan de beweging van den waarnemer. In dit geval zou deze concludeeren, dat dezelfde gebeurtenissen niet gelijktijdig plaats hadden.

Daar nu volgens de relativiteitstheorie de absolute beweging niet te constateeren valt, komt men tot het resultaat, dat twee waarnemers, die ten opzichte van elkaar bewegen, verschillend zullen oordeelen over het gelijktijdige van twee gebeurtenissen. De g. van twee gebeurtenissen hangt dus geheel af van het coördinaten-stelsel, waarin men de gebeurtenissen beschrijft.

Hierdoor wordt het mogelijk, dat twee gebeurtenissen voor een bepaalden waarnemer gelijktijdig plaatsvinden, terwijl een andere waarnemer ze niet gelijktijdig waarneemt. Zie ook → Relativiteitstheorie van Einstein.Borghuis

< >