Gelegenheidsonderwijs - Gelegenheidsonderwijs staat tegenover onderwijs volgens leerplan en rooster. Er zijn moderne paedagogen, bijv.
Berth. Otto met zijn Gesamtunterricht, die geen ander dan g. wenschen.
Iets minder ver gaan voorstanders als Scharrelmann en Gansberg in hun eischen. De juiste houding komt ongetwijfeld hierop neer, dat men de gelegenheden, d.w.z. allerlei actualiteiten, die burgerlijk en kerkelijk jaar meebrengen, alle toevallige gebeurtenissen binnen of buiten de school, die de algemeene belangstelling der leerlingen wekken, met de voorgeschreven onderwijsvakken weet te verbinden.
Bij sommige vakken, als stelonderwijs, ligt het profiteeren van de gelegenheid min of meer voor de hand; bij andere, als zaakonderwijs en lezen, kan er bij de vaststelling der stof rekening mee worden gehouden; dat gebeurde o.a. bij „Het volle leven” en „De wereld in” van Ligthart en bij de leesboekjes „Het kath. leven” van Heynen en van de Rijdt.Lit.: F. X. Eggersdorfer, Jugendbildung (München 1928).
Rombouts