Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Gelasius I

betekenis & definitie

Gelasius I - Heilige, paus (492-496). G. was, getuige Dionysius Exiguus, een buitengewoon deugdzaam en heilig man.

Hij was tevens een zeer krachtig paus. Bisschoppen wijst hij erop, dat de Stoel van Petrus niet enkel eeremaar ook bestuursprimaat bezit.

Aan keizer Anastasius zet hij duidelijk en scherp uiteen, dat pauselijke en keizerlijke macht beide van God komen, dat elk van beide op eigen terrein souverein is, maar dat de geestelijke macht den voorrang heeft en dat de keizer wel den plicht heeft de Kerk te beschermen, maar niet het recht in kerkelijke aangelegenheden te beslissen. G. schreef een groot aantal brieven, van veel belang voor de tijdgeschiedenis, en enkele traktaten naar aanleiding van het → Acaciaansche schisma en de ketterijen van Nestorius, Eutyches en Pelagius.Het zgn. Decretum Gelasianum draagt wel ten onrechte zijn naam. De eerste drie deelen: uitspraken van een Romeinsch Concilie over den H. Geest en over Christus, canon der H. Schrift, over het primaat van Rome en de patriarchale zetels, zijn waarsch. uit den tijd van paus Damasus. De laatste twee deelen: over de kerkvaders en concilies en over de apocrief en, die een index van verboden boeken bevatten, zijn waarsch. niet van G., maar van een onbekende uit het begin der 6e eeuw.

Lit.: Bardenhewer, Gesch. d. altkirch. Lit. (IV 1924, 625-629); Kissling, Das Verhältnis zwischen Sacerdotium und Imperium (1921); Seppelt, Aufstieg des Papsttums (1931, 240-249).

Franses.

< >