Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Gehemelte

betekenis & definitie

Gehemelte - het gewelfde dak der mondholte. Men onderscheidt het harde en het zachte gehemelte.

Het eerste wordt gevormd door den alveolairrand van de beide bovenkaaksbeenderen, het gehemelte-uitsteeksel van de bovenkaaksbeenderen en in aansluiting hieraan het horizontale deel van de gehemeltebeenderen. Het beenig g. wordt behalve door het beenvlies ook door een laag bindweefsel bedekt.

Hierop bevindt zich het slijmvlies van de mondholte. Het harde g. gaat dicht bij de keel over in het zachte g.

Dit wordt gevormd door spierweefsel, hetwelk eveneens met slijmvlies bekleed is. De spieren van de linker- en rechterzijde van het zachte g. vormen in het midden een aanhangsel, de huig.

Deze bestaat soms uit twee gelijke deelen. Zie ook ➝ Gehemeltedefecten; Gehemeltespleet.

< >