Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Gasaanvallen

betekenis & definitie

Gasaanvallen - (krijgsk.). De toepassing van chemische strijdmiddelen kan in den oorlog op verschillende wijzen plaats hebben.

Op grond hiervan onderscheidt men:1° het gasschieten. waaronder men verstaat het verschieten van ➝ gasprojectielen uit geschut, dus door de artillerie. Aldus kunnen zoowel ➝ strijdgassen in vasten en in vloeibaren toestand, als die, welke onder normale omstandigheden gasvormig zijn, op het doel worden gebracht. Door het uit een groot aantal vuurmonden in korten tijd op een klein oppervlak concentreeren van een groot aantal gasprojectielen, gevuld met (bij voorkeur vluchtige) vergiftige of verstikkende ➝ strijdgassen, ontstaat een gasmassa van hooge concentratie. Deze gasmassa kan over een afstand van meerdere honderden meters een doodelijke uitwerking hebben op personeel, dat onvoldoende is beschermd. Men noemt dezen vorm van gasschieten den gasoverval. Een andere methode is het gedurende geruimen tijd achtereen verschieten van projectielen, gevuld met (minder vluchtige) prikkelende ➝ strijdgassen, teneinde den tegenstander te dwingen de gasmaskers op te zetten en langen tijd (verscheidene uren) op te houden, om aldus zijn gevechtskracht te ondermijnen. Tijdens den Wereldoorlog, toen nog niet alle troepen beschikten over gasmaskers met goede rook- en nevelfilters, gebruikte men laatstbedoelde projectielen ook wel met een ander doel. Door het verschieten van arsinen (diphenylchloorarsine, diphenylcyaanarsine e.a., vaste stoffen, welke in fijn verdeelden toestand door de toen gebruikte gasmaskers heendrongen en hevig niezen veroorzaakten) noopte men den tegenstander de gasmaskers af te zetten, teneinde hem door gelijktijdig verschoten verstikkende gassen buiten gevecht te kunnen stellen. Ten slotte kan bij het gasschieten worden gebruik gemaakt van blaartrekkende ➝ strijdgassen (mosterdgas, lewisiet); dergelijke besmettende gasbeschietingen kunnen tot doel hebben bepaalde punten of terreinen zoodanig te besmetten, dat de bezetting ervan moet worden opgegeven of dat zij niet zonder verliezen te passeeren zijn. Een dgl. gasbesmetting kan, afhankelijk van weers- en terreinomstandigheden, van enkele dagen tot soms twee of drie weken werkzaam blijven. Het gasschieten is in hooge mate afhankelijk van de windsterkte; een windsterkte van meer dan 3 m/sec maakt het gasschieten meestal waardeloos.

Fiévez.

2° Het gasbommenwerpen en gassproeien uit vliegtuigen, in vliegerbommen kunnen dezelfde soorten van strijdgassen toepassing vinden als in artillerieprojectielen. Bovendien kunnen vloeibare strijdgassen uit vliegtuigen worden gesproeid. Deze zijn daartoe voorzien van één of meer reservoirs, gevuld met het strijdgas, en een cylinder, welke vloeibaar koolzuur of samengeperste lucht bevat. Deze beide laatste middelen dienen om het gas, in vloeistofvorm, met een snelheid ongeveer gelijk, doch in een richting tegengesteld aan die van het vliegtuig, weg te spuiten, om te bereiken, dat de vloeistofdruppels zooveel mogelijk als regen omlaag vallen. De uitstrooming is zoodanig geregeld, dat de vliegtuigbemanning van het gas geen hinder ondervindt en een gunstige verdeeling over den bodem wordt verkregen. Het gassproeien geschiedt op geringe hoogte, om te voorkomen, dat het strijdgas in de lucht verdampt en dus het doel niet zou worden getroffen. Alleen de bestendige strijdgassen komen voor sproeien uit vliegtuigen in aanmerking. Een bezwaar vormt de mogelijkheid van bevriezen als gevolg van de op grootere hoogten heerschende lagere temperaturen. De uitslag van het gassproeien is voorts sterk afhankelijk van weersomstandigheden; temp., wind, regen en bestraling kunnen deze zeer ongunstig beïnvloeden.

Koppert.

3° Het gaswerpen, waaronder men verstaat het gelijktijdig verschieten van ten minste eenige honderden zeer groote gasprojectielen (gevuld met vluchtige verstikkende strijdgassen) uit speciaal ervoor geconstrueerde vuurmonden met betrekkelijk geringe dracht (gaswerpers). Op deze wijze wordt op het doel snel een zeer hooge gasconcentratie gebracht, waarvan de uitwerking die van een gasoverval nog belangrijk kan overtreffen.
4° Het gasblazen, d.i. het op een breed front verwekken van een zeer dichte gaswolk, welke door den wind naar den vijand moet worden gevoerd. Dit geschiedt, door het gelijktijdig openen van enkele duizenden in de eigen linie opgestelde reservoirs, gevuld met tot vloeistof samengeperste vluchtige strijdgassen (bijv. chloor). Een dgl. gaswolk-aanval, alleen uitvoerbaar bij gunstige windrichting en windsterkte, kan over een afstand van vele km werkzaam zijn. In dezen vorm werden tijdens den Wereldoorlog de eerste groote gasaanvallen uitgevoerd (het eerst bij Ieperen, 22 April 1916, door de Duitschers).

Voor de beveiliging tegen gasaanvallen, ➝ gasbescherming; gasmasker. Vgl. ook gasoorlog.

Lit.: ➝ Gasoorlog.

Fiévez.

< >