Galnoten - zijn een soort gallen, die ontstaan door den steek van de galwesp Cynips gallae tinctoria op de jonge takken van Quercus infectoria. Zie verder ook ➝ Gallen.
In den handel komen vnl. de zgn. Aleppo- of Smyrna-galnoten, kogelronde of peervormige, dikwijls gesteelde voorwerpen, 1,5-2,5 cm groot, aan de opp. van onregelmatige lijsten en vakjes voorzien.
Uitwendig donker-lichtgroen, inwendig grijsbruin. Hoe rijper de galnoot, hoe donkerder en hoe grooter het gehalte aan tannine (meer dan 60%), vandaar dat de „zwarte” soorten als eerste kwaliteit gelden; verdere bestanddeelen: glucose en galluszuur.
G. worden gebruikt ter bereiding van looizuur, inkt en in de geneesk. meest in den vorm van tinctuur als samentrekkend middel. In Indië worden voor hetzelfde doel gebruikt de zgn.
Chineesche g., die door invloed van bladluizen Aphis Chinensis op Rhus siniliata ontstaan. De g., die in Ned. op eiken voorkomen, hebben een gladde oppervlakte en bevatten slechts ong. 25% looizuur.Lit.: Comm. Ned. Pharm. Ed. V (III).
Hillen.