Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Froude

betekenis & definitie

Froude - 1° James Antony, Eng. historicus; * 1818 te Dartington (Devonshire), ✝ 1894 te Oxford. Hij studeerde te Oxford en werd er fellow van Exeter College (1842); hij was eerst een aanhanger van Newman en de High Church; maar later veranderde hij van gedachten en moest zijn fellowship opgeven.

Dan kwam hij onder invloed van Carlyle en diens „hero-worship”. Na den dood van zijn tegenstander Freeman werd hij regius professor van moderne geschiedenis te Oxford.

Zijn gesch. werken werden voorbereid door zijn reizen naar de voornaamste archieven van Engeland en Spanje, en toch is hij niet betrouwbaar, omdat hij partijdig is en zelfs onbekwaam om de bronnen nauwkeurig te gebruiken; maar hij onderscheidt zich door zijn schitterenden en schilderachtigen stijl en zijn dramatische beschrijvingskracht.Voorn. werken: History of England from the fall of Wolsey to the defeat of the Spanish Armada (2 dln. 1856); Thomas Carlyle, A history of the first forty years of his life (1882); Thomas Carlyle, A history of his life (1884).

Lit.: H. Paul, Life of J. A.F. (1905).

Willaert.

2° Richard Hurrell, de vriend van Newman, Anglic. geleerde en asceet; * 1803, ✝ 1836; broeder van J. A. F., studeerde te Oxford, fellow van Oriel in 1826, ontving Anglic. wijdingen in 1829. Begin van tering vertoonde zich in 1831, en was oorzaak van de reis naar Italië met Newman in 1832 en ’33. Hij schreef drie van de Tracts for the Times, wetensch., kunsthist. art. in The British Magazine, enz. Een fijne geest, een heiligenfiguur.

Uitg. van Remains door J. B. Mozley met voorrede van Newman (2 dln. 1837).

Lit.: Biogr. v. L. I. Guiney (1904).

Pompen.

< >