Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Frlesch-Hollandsch rundvee

betekenis & definitie

Frlesch-Hollandsch rundvee - het meest verspreide en beroemde der laaglandsche rundveerassen; afstamming onbekend; waarsch. zijn er drie oerrassen in terug te vinden: 1° Bos taurus primigenius; 2° B. t. brachyceros; 3° B. t. akeratos. De typische zwartbonte kleur is van vrij jongen datum.

Vroeger kwamen meer roodbonten, valen, grimmels enz. voor. De zwartbonte kleur wordt wel toegeschreven aan kruising met Jutlandsch vee.

Het meest typische en hoogstaand fokgebied is Friesland; van daar hoofdzakelijk heeft het zich verspreid over Ned. en over de geheele wereld. Dit vee munt uit door een groote melkproductie met matig vetgehalte, bezit een vrij goeden aanleg voor vleesch en vetaanzet.

Het melktype vertoont zich geheel in bouw en melkteekens. De lichaamsbouw is eenigszins wigvormig en langgerekt; de weefsels zijn fijn en droog; de uier is ruim en mooi vierkant, de gespierdheid is maar matig; laat rijp; veel adel.

Soms is het wel eens te veel in de melkrichting gefokt met als gevolg te weinig weerstandsvermogen, minder sterken bouw, meer zorg vereischend. Schofthoogte ca. 1,35 m; melkproductie gemiddeld 3500 kg met 3,25% vet per lactatieperiode.

In Friesland en N. Holland zijn deze gemiddelden iets hooger.

Er zijn meerdere gevallen bekend, waarbij de melkproductie meer dan 10.000 kg per lactatieperiode bedroeg. In N.

Holland is het vee iets sterker, grover en zwaarder van bouw; de haarkleur is hier vaak wat meer witbont; in Groningen en Z. Holland zijn de dieren dieper en wat meer evenredig van bouw, meer gespierd, bezitten ook iets minder adel.

Voor dit veeras bestaan twee stamboeken, nl. het Friesch Rundveestamboek te Leeuwarden en het Ned. Rundveestamboek te Den Haag.Verhey.

< >