Duitsch Germanist uit de school van Haupt en van Lachmann. * 7 Juli 1825 te Zehrendorf, ✝ 15 Oct. 1891 te Leipzig als hoogleeraar. Huldigde, met Bartsch en Holtzmann, in het Nibelungenvraagstuk tegenover zijn meesters het standpunt van de „Einheitshirten” die de opvatting eener soort agglutinatie uit vele voorafgaande liederenstadia verwierpen en geloofden in de oorspronkelijke eenheid van het epos.
Verder bekend als tekstcriticus en biograaf van Chr. Reuter; stichter van het Literarisches Zentralblatt für Deutschland (1850 vlg.).Voorn. werken: Brants Narrenschiff (1854); Zur Nibelungenfrage (1854); Die Nibelungen (1856); Der Graltempel (1876); Chr. Reuter (1884); Goethebildnisse (1887); Kleine Schriften (1897 vlg.). — Lit.: B. Zarncke, F. Z. (1895). Baur.