Duitsch geograaf. * 30 Aug. 1844 te Karlsruhe, ✝ 9 Aug. 1904 te Ammerland aan het Stamberger meer. R. was eerst apotheker, studeerde toen natuurwetenschappen en aardrijkskunde; daarna correspondent van de Kölnische Zeitung, in welke functie hij Zuid-Europa en Noord-Amerika bereisde.
In 1876 prof. in de aardrijkskunde te München, in 1886 te Leipzig. Zijn hoofdverdienste is, den mensch in het midden van zijn beschouwingen gesteld te hebben in den tijd, toen de phvsische richting in de aardrijkskunde al te zeer overheerschte.
Daardoor werd hij de stichter van de anthropogeographie en van de nieuwe volkenkunde. Bovendien leverde hij uitstekende landbeschrijvingen. v.
Velthoven Voorn. werken: Städte und Kulturbilder aus N. Amerika (2 dln. 1876); Aus Mexiko (1878) ; Die Ver.
Staaten von N. Amerika (2 dln. 1878-’80); Anthropogeographie (2 dln. 1882, 1891) ; Völkerkunde (3 dln. 1885-’88); Der Staat und sein Boden (1896); Polit.
Geographie (1897); Deutschland (1898) ; Der Lebensraum (1901); Die Erde und das Leben (2 dln. 1901-’02).Lit.: Haasert, F. R. (in: Geogr. Zeitschrift, 1905).