(Lat., = waaier),
1° (geologie) een zijdelings afgeplatte, wigvormige koraal met talrijke septa en dikke wanden. F. behoort tot de zgn. solitaire koralen, waarbij elke poliep afzonderlijk leeft en een eigen kalkhuis vormt. F. komt voor in den Indischen en Stillen Oceaan; de kleur van het skelet is meestal rood. Dit geslacht wordt ingedeeld bij de orde der Hexacorallia, klasse der Anthozoa of bloemdieren. De F. komt voor van Krijt tot Recent. M. Bruna
2° (Liturg.) → Waaier (liturgische).