Exploratie - algemeene term voor verkenning, voorbereiding van de exploitatie. In den mijnbouw bestaat het exploreeren grootendeels in het verzamelen van geologische gegevens omtrent de gesteltenis der oppervlakte (aard der steenen in de bedding van rivieren en beken, onderzoek der diepere insnijdingen in de aardkorst op aard en richting der lagen en gehalte aan fossielen enz.).
Deze oppervlakte-exploratie, waarbij ook wel handboringen verricht worden en putten gegraven tot maximum ca. 10 m, geschiedt over een groot gebied. Vooral de moderne methoden door uiterst ingenieuze instrumenten, als de Eötvös-balans, waardoor de afwijking der zwaartekracht wordt geregistreerd, welke afwijkingen weer samenhangen met de samenstelling van den ondergrond, heeft de mogelijkheid van snelle en betrekkelijk makkelijke exploratie over groote gebieden belangrijk vergroot.Uit de door dergelijke exploratie verkregen gegevens kunnen de conclusies getrokken worden voor het al of niet overgaan tot diepte-exploratie met boringen. Deze vraagt reeds een inzet van belangrijke sommen, daar in nog niet ontsloten gebieden zware wegen moeten worden aangelegd voor den aanvoer van het zware materiaal, pijpleidingen voor wateraanvoer en eventueelen olieafvoer, enz. Dergelijke boringen gaan tot 2 000 m en meer, en de kosten beloopen tot 100 000 gulden en meer.