Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Exogeen

betekenis & definitie

Exogeen - van buitenaf komend, d.w.z. niet reeds in den aanleg gegeven.

1° In de experimenteele psychologie doelt men hierbij op de reeks van oorzakelijke factoren, welke bijdragen tot het te voorschijn roepen van ziekteverschijnselen en welke in tegenstelling met de endogene (➝ Endogeen) niet in den aanleg reeds aanwezig geacht kunnen worden.
2° (Plantk.) ➝ Endogeen.
3° Geneesk. Exogene reïnfectie. Hiermede wil men aanduiden, dat een nieuw opgetreden tuberculeuze afwijking ontstaan is, doordat het individu, dat vroeger al wel eens aan tuberculose geleden heeft, nu van buitenaf, dus door een anderen tuberculoselijder, is besmet.
4° Geologie,
a) Exogene krachten noemt men die krachten, die van buitenaf op de aardkorst inwerken . Deze zijn dus;
1° de inwerking van de atmosfeer: regen, wind, vorst;
2° de inwerking van de hydrosfeer: ijs, zeewater en zoet water;
3° de inwerking van de biosfeer: het leven op aarde.

In tegenstelling tot de ➝ endogene krachten werken zij alle tot vermindering van het reliëf der aardoppervlakte en is de zwaartekracht in laatste instantie hun gemeensch. oorzaak.

b) Exogene meren zijn door uitwendige krachten ontstaan, bijv. door afdamming bij bergstorting. ➝ Meren.

< >