Euthymius de Groote - Heilige; * 377 te Melitene, † 20 Jan. 473. Op 29-jarigen leeftijd maakte hij een bedevaart naar Jerusalem.
Hij vestigde zich in de Laura (nederzetting van kluizenaars) van Pharan en werd een der grootste asceten van de Judaïsche Bergwoestijn. In 411 trok hij zich met zijn leerling Theoctistus terug in een spelonk in het dal Dabor, waar hij na veel omzwervingen en apostolischen arbeid, ten slotte het groote E.-klooster stichtte.
Hier wijdde hij zich bijzonder aan de zielzorg, stichtte een diocees voor de Bedoeïenen, en werkte ijverig voor het aannemen der concilies van Ephese en Chalcedon en bekeerde keizerin Eudokia II van het Monophysitisme. De groote anachoreet, die zijn leven lang de wereld ontvlucht was, werd als een koning ter aarde besteld.Lit.: Zijn Vita v. Cyrillus v. Seythopolis, bij B. de Montfaucon, Anal. Graeca (Parijs 1688); De bewerking van Simeon Metaphrastes, bij Migne, P. G.
(CXIV); Arab. vert. in Al-Maschriq (1909); Zschr. Palast. Ver. (1880, 1890); Revue Or. Chrét. (1907-’09); R. Génier (Parijs 1909; populair). Opgravingen en onderzoekingen brachten vsch. stichtingen van E. te voorschijn, o.a. ook zijn grafkapel (1929).
Vgl. Journ. Pal. Or. Soc. (1928-’29 Feugen.