Esdras - Een ervaren schriftgeleerde, keerde in 458 v. Chr. met ongeveer 1 500 Joden uit de ballingschap naar Jerusalem terug, waar hij ingeslopen misbruiken, vooral de gemengde huwelijken van Joden met heidenen, trachtte uit te roeien.
Hij kreeg een machtigen steun in Nehemias, die 445 naar Jerusalem kwam. Hij schijnt een groot aandeel gehad te hebben in de verzameling der H.H.
Boeken.Keulers Boek Esdras Een der canonieke boeken van het Oude Testament. Het vermeldt den eersten terugkeer der Joden uit de Babylonische Gevangenschap, de eerste werkzaamheden aan den heropbouw van den tempel en de tempelwijding. Vervolgens verhaalt het den terugkeer van een nieuwe groep ballingen onder leiding van Esdras en diens hervormingen. Volgens Joodsche overlevering en verschillende, vooral oudere auteurs zou het door Esdras zelf geschreven zijn. Anderen meenen, dat het later geschreven is met gebruikmaking van oudere bronnen ook uit den tijd van Esdras en Nehemias. Volgens weer anderen zou het oorspronkelijk één boek gevormd hebben met de boeken Paralipomenon.
Het boek van → Nehemias wordt soms het tweede boek van Esdras genoemd.
Derde boek Esdras Dit apocriefe geschrift, ook de Grieksche Esdras genoemd, heeft ongeveer denzelfden inhoud als enkele canonieke boeken (Par., Esdr., Neh.); eigen is echter het stuk 3.1—5.6. Men tast nog in het duister omtrent den oorsprong van het boek; volgens vrijwel algemeen gevoelen dateert het uit den tijd vóór Christus. Het boek genoot een bijna-canoniek gezag; in de Septuagint staat het tusschen de andere canonieke boeken; de Vulgaat nam het op in het aanhangsel en tot de 5e eeuw waren er verschillende Vaders in de Oostersche en Westersche Kerk, die het als een canoniek geschrift schijnen te citeeren (Dionysius van Alexandrië, Athanasius, Basilius, Cyprianus, Augustinus). Daartegenover staat echter, dat dit nooit algemeene kerkelijke opvatting was en dat velen het als geïnspireerd boek verwierpen (Melito, Origenes, Gregorius van Nazianze, Cyrillus van Jerusalem, Epiphanius, Rufinus, Hiëronymus e.a.). Dat er eenige onzekerheid kon ontstaan, is verklaarbaar uit het feit, dat dit boek meerdere stukken bevat, die ook in canonieke geschriften voorkomen.
Lit.: E. Fr. Kautsch, die Apokryphen (I Tübingen 1898,1-23); R. H. Charles, The Apocrypha (I 1913, 1-58); E. Schürer, Geschichte des jüdischen Volkes (III Leipzig 41909, 444 vlg.); J, B. Frey, Dict. de la Bible, Suppl. (1 Parijs 1928, 430-442).
Greitemann Vierde boek Esdras Het mooiste en verhevenste apocriefe geschrift, dat ook in het aanhangsel der Vulgaat is opgenomen. Alleen de hoofdstukken 3—14 zijn oorspronkelijk; 1—2 en 15—16 zijn Christelijke bijvoegsels. Het behandelt in zeven visioenen den val van Jerusalem en de ballingschap en stelt vragen over de uitverkiezing der Joden, liet kwaad in de wereld en de vergelding. De oplossing wordt gegeven in de belofte van het herstel der heilige stad. Het boek is als een eenheid op te vatten en schijnt in het Hebreeuwsch of Arameesch geschreven te zijn door een Jood uit Palestina op het einde der 1e eeuw. Een Grieksche vertaling, die verloren ging, diende als grondslag voor de andere vertalingen, als de Latijnsche, Syrische, Aethiopische, Sahidische en Arabische.
Lit.: Br. Violet, Die Esra-Apokalypse (I, Die Uberlieferung, Leipzig 1910 ; II, Die deutsche Textherstellung, Leipzig 1923); R. H. Charles, The Apocrypha and Pseudepigrapha of the O. T. (II Oxford 1913, 542-624) : E. Schürer, Geschichte des judischen Volkes (III Leipzig 1909, 315-336); J.
Keulers, Die eschatologische Lehre des vierten Esrabuches (in Bibl. Studiën, 20 Heft 2-3, Freiburg i. Br. 1922); J. B. Frey, Dict. de la Bible, Suppl. (I Parijs, 1928, 411-418).
Greitemann