Erfstelling - (Ned. Recht) is de aanwijzing van iemand, die den erflater voor het geheel of evenredig deel zal opvolgen in zijn vermogensrechtelijke betrekkingen.
Het verschil tusschen erfstelling en legaat is, dat bij erfstelling sprake is van het geheel of een evenredig deel der nalatenschap, terwijl bij legaat een of meer bepaalde zaken van zekere soort worden vermaakt. Krachtens erfstelling wordt men erfgenaam en de erfgenaam treedt van rechtswege in alle rechten van den erflater, dus zoowel in baten als schulden, terwijl degene, die een legaat verkrijgt, legataris genaamd, niet in rechten of verplichtingen van den overledene opvolgt, doch alleen recht op de gelegateerde zaak verkrijgt.Een bijzonder soort erfstellingen zijn de erfstellingen (makingen) over de hand, ook wel fidei commissen genaamd; dit zijn de beschikkingen, waarbij den benoemden erfgenaam, of legataris, gewoonlijk bezwaarde genoemd, de last wordt opgelegd de erfenis of het legaat te bewaren en aan een derde, den verwachter, geheel of gedeeltelijk uit te keeren. De wet erkent de fidei commissen van den erflater aan een of meer zijner kinderen, broers en zusters, of bij vóór-overlijden van een dezer personen, aan een of meer van diens kinderen, wanneer als verwachters worden geroepen alle kinderen van den bezwaarde.
Dunselman Belg. Recht. Met betrekking tot de testamenten spreekt het Belg. Burg. Wetboek liefst van legaten en niet van erfstellingen (zie echter art. 967).
Daar evenwel de algemeene legataris, wanneer er geen reservataire erfgenamen bestaan, de saisine heeft, kan men hem als een erfgestelde beschouwen in den voor Ned. aangegeven zin.
Erfstellingen over de hand zijn in principe verboden (art. 896). Bij uitzondering kunnen de grootouders hun beschikbare goederen bij wijze van erfstelling over de hand aan hun kleinkinderen vermaken (art. 1048) en wordt hetzelfde recht, onder de door de wet gestelde voorwaarden, verleend aan ooms en tantes in het voordeel van hun neven en nichten (art. 1049). Zie ook Fideicommissum. Kluyskens