Komeet van, een in 1818 door Pons te Marseille ontdekte kleine komeet zonder staart, slechts in een telescoop zichtbaar. Groote bekendheid verkreeg deze komeet echter door de onderzoekingen van Encke, wiens naam zij draagt.
Hij bewees, dat dezelfde komeet reeds eerder was waargenomen, nl. in 1786, 1795 en 1805. Hij bepaalde haar omloopstijd om de zon ; deze is 31/3 jaar, de kortste tot dusver bekende omloopstijd van een komeet.
Verder toonde Encke aan, dat de omloopstijd van de komeet bij iederen terugkeer 2½ uur korter werd: een nog niet eerder waargenomen verschijnsel, dat hij toeschreef aan een weerstandbiedende middenstof. Deze verklaring wordt tegenwoordig niet meer aanvaard; volgens Backlund wordt de verkorting der periode langzamerhand minder (in 1871 nog maar 1½ uur per keer) en is zij toe te schrijven aan den invloed van een meteorenzwerm in de buurt van het perihelium der kometenbaan.
Vanaf 1818 tot en met 1934 is de komeet bij iederen terugkeer tot de zon, dus 35 maal, waargenomen; haar omloopstijd is sindsdien ca. 2½ dag verkort.G. Mulders.