Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Emser

betekenis & definitie

Hieronymus, Humanist en een van Luther’s eerste bestrijders; * 28 Maart 1478 te Weidenstetter bij Ulm, ✝ 8 Nov. 1527 te Dresden. Ging 1493 naar Tübingen, werd 1497 magister artium te Bazel, was reeds priester, toen in 1502 kardinaal Peraudi, die in Duitschland den jubilé-aflaat en den oorlog tegen de Turken predikte, hem tot secretaris nam.

E. gaf 1503 een traktaat uit: De crucibus, 1504 de werken van Pico della Mirandola (Straatsburg). Hij hield 1505 te Erfurt een conferentie, welke Luther heeft bijgewoond, werd 1505 bacc. theol. en lic. juris canon, te Leipzig, ging als secretaris van hertog George van Saksen naar Dresden, deed reizen naar Rome en door Duitschland om materiaal te verzamelen voor de heiligverklaring van Benno, bisschop van Meissen, ter wiens eere hij in 1505 een Latijnsch gedicht schreef en in 1512 een Vita Bennonis van weinig waarde (1517 Duitsch).

In 1515 publiceerde hij Erasmus Enchiridion. Na het dispuut van Leipzig richtte hij aan J.

Zack te Praag een brief tegen Luther, die antwoordde met zijn Ad aegocerotem Emserianum additio (1519): het begin van een jarenlange vinnige polemiek tusschen den „steenbok van Leipzig” (E. voerde een bok in zijn wapen) en den „stier van Wittenberg”, die loopt over den Bijbel, de Vaders, den paus (het verblijf van St. Petrus te Rome) en waarin ook Cochlaeus en Eek zich mengden.

E. heeft vsch. officieele stukken en werken van andere polemisten tegen Luther in Duitsche vertaling uitgegeven. Hij viel ook Carlstadt en Zwingli aan, wiens Adversus H.

E. antibolon een antwoord is op E.’s verloren gegane Assertio over de H. Mis (1525).

In 1527 gaf E., in opdracht van hertog George, een met behulp van middeleeuwsche bijbelvertalingen op grond van de Vulgaat verbeterde editie van Luther’s vertaling van het N.

T. uit (door → Eck in zijn bijbel opgenomen; meer dan honderd edities in de 16e, 17e en 18e eeuw), die typographisch sterk op Luther’s werk gelijkt, en ook verlucht is met Cranach’s houtsneden op de Apocalyps is (dus ook hier is Rome voorgesteld als Babel!).

Zij werd in 1530 door de Broeders des Gemeenen Levens te Rostock aan het Nederduitsch dialect aangepast en gedrukt, maar op aandringen van Luther verhinderde de hertog van Mecklenburg de verbreiding ervan (het eenige ex., dat, naar het schijnt, behouden bleef, is in de staatsbibl. te Stuttgart). E. stierf, toen hij bezig was aan een werkje Wider Luthers Tröstung an die Christen zu Halle (volgens Lemmens: van hertog George), dat 1528 door Aug. von Alfeld O.F.M., die ook een tweede editie van E. ’s Nieuwe Testament publiceerde, onder eigen naam werd uitgegeven.Voorn. werken: Aus was Grund und Ursach Luthers Dolmetschung über das N.T. verbotten worden sei (1524); Neues Testament nach laut der christenliche Kirche bewahrten Text korrigiert (1527).

Uitg.: Enders, Luther und E. Ihre Streitschriften aus dem Jahre 1521 (Halle 1890-1892); Briefe von H. E., J. Cochlaeus u.a. (O. Clemen, Münster 1908); De disputatione Lipsicensi (1519) met A venatione Luteriana aegocerotis assertio (1519) (F. Thurnhofer, Munster 1921); Briefmappe ( A.

Bigelmair, II Münster 1922, 1-40). Lit.: G. Kawerau, H. E. (Halle 1898); Realenc. prot. Theol. (V Leipzig 1898); Lindmeyer, Der Wortschatz in Luther’s, Emser’s und Eck’s Übersetzung (München 1899); Grisar, Luther (3 dln. Freiburg 19111912); G. Wolf, Quellenkunde der deutschen Reformation (I Gotha 1915, 331, 403; II Gotha 1916, 144, 200-201; II Gotha 1922, 207); Buschbell, in Die Rel. in Gesch. und Gegenw. (II Tübingen 1928); Götz, in Lex. f.

Theol. u. Kirche (III Freiburg 1931; vgl. Lemmens aldaar I, 329); H. Hermelink-W. Maurer, Ref. und Gegenref. (Tübingen 1931, 87, 110, 226); P. Polman, L’Elément historique dans la controverse religieuse du 16 siècle (Gembloux 1932, 20, 153, 427, 471). Polman.

< >