Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Eijsden

betekenis & definitie

Eijsden - gem. in Ned. Limburg, gelegen 10 km ten Z. van Maastricht, omvattend Eijsden (rectoraatskerk), Breust (parochiekerk), Hoog-Kaastert, LaagKaastert, Withuis, Kolonie M.Z.M., Oost, Maarland (beide laatste vormen samen één parochie); ca. 4.000 inw.

Landbouw, veeteelt, fruitteelt, vooral kersen. In E. is gevestigd een fabriek van de Maastrichtsche Zinkwit Maatschappij (M.Z.M.) met 400 arbeiders, een lithophoonfabriek met 417 arbeiders.

Tevens een pensionaat der zusters Ursulinen met Huishoudschool en M.U.L.O., een seminarie en missiehuis der Fransche pp. Capucijnen, een rustoord onder bestuur der zusters Franciscanessen. v. Thiel Het kasteel Eijsden werd gebouwd in de 16e eeuw, herbouwd in 1636, gerestaureerd in de 19e en 20e eeuw. Bestaat uit twee vleugels, op Zuid-Westhoek vierkante toren. Opgetrokken uit baksteen met randen van mergel. Inwendig geheel hersteld en vernieuwd. Behalve veel familieportretten o.a. aanwezig vier geschilderde deurstukken van Billieux (1773).

Tuinen in stijl Le Nôtre. Eijsden behoorde oorspronkelijk aan de prins-bisschoppen van Luik, daarna aan de hertogen van Limburg en Brabant. Deze laatsten verpandden het aan von Bongart en Gronsveld en in 1558 aan Huyn van Amstenrade; daarna komt het aan de Lamargelle, Hoensbroek. De grafelijke familie de Geloes, tegenwoordig bezitster, verkreeg het in 1729.

v. d. Venne.

< >