(< Gr. echo = weerklank, lalia = het praten), medische term om aan te duiden:
1° een vorm van → aphasie, waarbij de zieke zich niet zelfstandig kan uitdrukken, doch wel kan naspreken, zonder dat hij begrijpt wat hij zegt;
2° dwangmatig naspreken bij krankzinnigheid (schizophrenie, hysterische en epileptische schemertoestand).
Kraepelin rekent de echolalie evenals de echopraxie tot het verschijnsel der automatie. Bleuler beschouwt het vooral als een beïnvloeding van den bewusten of onbewusten wil, waarbij de zieke niet in staat is van een gedachte los te komen, zoodat hij in plaats van te antwoorden de vraag naspreekt. Hoelen Echolood Sedert eenige jaren meet men in de scheepen luchtvaart de diepte der zee of de hoogte boven de aarde door middel van teruggekaatste geluidsgolven. Tot dit doel registreert het e. het aantal seconden, dat verloopt tusschen het geven van een knalsignaal onder water of in de lucht, en de terugkomst van het geluid, nadat dit op den zeebodem, resp. op de aarde is teruggekaatst. Uit dit tijdsverloop en de bekende voortplantingssnelheid wordt de diepte, resp. hoogte, berekend.
Een andere methode, bij de Amerikaansche vloot in gebruik, bestaat hierin, dat men aan het eene einde van het schip een aangehouden toon uitzendt, die aan het andere einde door microfoons onder water wordt opgevangen. Door deze op geschikte wijze met de ooren van een waarnemer te verbinden, kan men ongeveer de richting van den teruggekaatsten straal bepalen, waaruit de diepte wordt afgeleid. Ook maken de Amerikanen gebruik van een systeem, waarbij interferentie van rechtstreeksche en teruggekaatste geluidsgolven wordt toegepast, alsook van een methode, waarin de diepte berekend wordt uit intensiteitsmetingen van het teruggekaatste geluid.
Een van de merkwaardigste en beste methodes is wel die van prof. Langevin, waarbij een piezo-electrische oscillator wordt gebruikt. Deze geeft zgn. ultra-geluidsgolven, bijv. van 50 000 trillingen per sec, die practisch in een plat vlak liggen en dus parallelle geluidsstralen geven. De oscillator bestaat uit twee stalen platen, waartusschen een dunne laag kwartsplaten is vastgeklemd (kwarts-staal sandwich). De buitenste stalen plaat grenst aan het zeewater en is door een waterdichte sluiting van de binnenste afgesloten. Aan deze laatste wordt nu door een hoogspanningswisselstroom een korte stoot gegeven, waardoor de ultra-geluidsgolf ontstaat, die zich door het water voortplant, op den bodem der zee terugkaatst en weer naar den oscillator terugkeert.
Deze werkt dan als microfoon en het tijdsverschil tusschen het gegeven en het ontvangen signaal wordt electrisch nauwkeurig opgeteekend. De schaal, waarop dit geschiedt, is empirisch reeds zoo ingedeeld, dat rechtstreeks de bodemafstand in meters of vademen kan worden afgelezen. Zoo noodig wordt het signaal elke seconde herhaald, waardoor men gedurende eenigen tijd een doorloopend beeld van de diepte kan verkrijgen.
Lit.: Fr. Aigner, Unterwasserschalltechnik (Berlijn 1922, 6e hfst.); A. B. Wood, A Textbook of Sound (Londen 1930, 5e sectie). A. Mulder Echomethode → Echolood.